Dit onderzoek maakt deel uit van het Atelier Oost-Vlaams kerngebied (OVK). Het Oost-Vlaams Kerngebied, een netwerk van steden en gemeenten rond Gent, verwacht tegen 2050 een bevolkingstoename van 15 tot 25 procent. Hoe kunnen we deze demografische groei aangrijpen als een kans om de noodzakelijke transities op het vlak van open ruimte, bereikbaarheid en economie mee vorm te geven? Het Atelier OVK zet met dit traject in op demonstratie-projecten op concrete plekken, die aan de hand van ontwerpend onderzoek aantonen hoe deze transities gerealiseerd kunnen worden. Ons onderzoek positioneert zich ten opzichte van het recente decreet Basisbereikbaarheid. De Vervoerregio doet al heel wat om de diensten en routes van het openbaar vervoer te optimaliseren, maar de hete aardappel - de korte verplaatsingen en Vervoer Op Maat - blijven een prangende vraag. Dit onderzoek formuleert mogelijke acties en samenwerkingen voor (lokale) besturen.
MOBILITEITSTRANSITIE IN PERI-URBANE GEBIEDEN: IS DAT MOGELIJK?
We zien dat er veel media-aandacht geschonken wordt aan innovatieve sociale praktijken in binnenstedelijke gebieden, terwijl die in peri-urbane gebieden vaak onderbelicht blijven. Met deze studie willen we bijdragen aan het debat rond mobiliteit in peri-urbane gebieden. Ook hier beweegt er heel wat en staan mensen klaar om het anders aan te pakken.
ANDERS-MOBIEL: GEDRAGSVERANDERING ALS BRIL VOOR MOBILITEITSTRANSITIE
In eerste instantie kijken we naar het verplaatsingsgedrag van bewoners in Merelbeke - hoe zij zich verplaatsen en waarom - om van hieruit iets meer te kunnen gaan zeggen over het nodige netwerk en infrastructuur om deze verplaatsingen Anders-Mobiel te gaan organiseren. Een mooi aangelegde straat is namelijk niet voldoende om mensen op de fiets te krijgen. Het gaat ook over goede gewoontes, het aanbod aan werkbare alternatieven en dit in een veilige en aangename omgeving.
Verder kijken we naar de al lopende praktijken op het vlak van duurzame mobiliteit in Merelbeke of in de buurt hiervan. Ze zijn een bron van kennis en bieden inzicht in de werking van nieuwe mobiliteitssystemen. Ze vertellen ons meer over mogelijke kansen en behoeftes, waar kansen liggen om op te schalen of te repliceren. Beleidsmakers kunnen een belangrijke rol vervullen door het aanbieden van een gepaste ondersteuning, geschikte infrastructuur of de juiste ruimtelijke condities.
BUNDELEN VAN VERPLAATSINGEN
Vanuit de reizigersprofielen kwamen we tot 4 cruciale redenen waarom mensen zich verplaatsen. Deze 4 bundels van verplaatsingen zijn volgens ons strategisch om anders te gaan organiseren (bundelen) omdat: het gaat over verplaatsingen die gekoppeld zijn aan specifieke bestemmingen (bv. supermarkten, of school); de verplaatsingen gebeuren op een vast ritme (bv. pendelaar); ze door specifieke gebruikers worden gemaakt (bv. scholieren), dus specifieke reizigersprofielen kunnen worden aangesproken per bundel; ze vaak gekoppeld zijn aan een specifieke vervoerswijze (bv. boodschappen moet je makkelijk mee kunnen dragen); ze structurerend zijn in ons dagelijks leven; innovatieve initiatieven reeds bezig zijn met deze specifieke verplaatsingen.
Deze 4 bundels van verplaatsingen zijn we kwantitatief (via GIS-data) gaan onderzoeken en kwalitatief gaan interpreteren. We kijken naar specifieke gebruikers, netwerken en plaatsen. Op deze manier dringen we door tot de haarvaten van het mobiliteitssysteem, om van hieruit gepaste aanbevelingen te kunnen maken over de nodige infrastructuur en ondersteuning.
Naast aanbevelingen op het netwerkniveau mikt deze studie op het ruimtelijk verbeelden van deze Anders-Mobihubs door concrete invulling te geven aan de wijze waarop deze plekken eruit kunnen zien, voor wie deze zijn en door wie deze beheerd kunnen worden. Deze zijn namelijk zeer verschillend omdat ze voortkomen uit een samenstelling van verschillende situaties en doelgroepen.
ANDERS-MOBIHUBS
Anders-Mobihub (AMh) zijn hubs die vraaggericht collectief vervoer, aangevuld met deelmobiliteit, aanbieden. Zoals al vermeld worden ze in dit onderzoek opgesplitst in twee belangrijke types: lokale en overstap hubs. Het eerste type is gesitueerd op een centrale locatie in de woonkern, in de nabijheid van een groot aantal woningen en bestaande voorzieningen, wat gunstig is voor loopafstanden. De Anders-Mobihubs (AMh) zijn een verbreding van het concept “mobipunt”, en werken als ankerpunten voor dergelijke initiatieven of deelsystemen. Ze zijn strategisch voor een doortastend mobiliteitsbeleid, als ontmoetingsplaats tussen lokale en bovenlokale schaal.
De meest interessante plekken zijn plaatsen waar verschillende bundels samenkomen en er sprake is van onderlinge uitwisseling (bv. ophalen van een voedselpakket nabij schoolomgevingen of bij een verzamelplek voor minder mobielen). Ze blijken ook potentievol om verplaatsingen anders te organiseren, en geven concrete invulling aan concepten zoals MOBIHUBS, altijd in het dubbele perspectief van lokale en overstaphubs. De eerste biedt verschillende (micro) mobiliteitsoplossingen aan en ondersteunt lokale activiteiten. De tweede heeft een goede aansluiting op de (boven)regionale mobiliteitsnetwerken.
Vandaag is het belangrijk om de opgezette dialoog verder te zetten en afstemming te organiseren zodat ook deze initiatieven een structurele rol in het mobiliteitsbeleid kunnen opnemen.